Ga naar hoofdinhoud

Organisatienetwerk: verrassende oplossingen voor ingewikkelde problemen

Als een organisatie een complex probleem niet alleen kan oplossen, kan de keuze voor een organisatienetwerk soelaas bieden. Als je het goed organiseert en de governance in balans is, kan het verrassende oplossingen opleveren, zegt netwerkdeskundige Patrick Kenis.

‘Mijn insteek is: als je een probleem in je eentje kunt oplossen, doe dat dan vooral’, zegt Patrick Kenis, hoogleraar Public Governance aan de Universiteit van Tilburg. Zijn expertise is organisatieontwerp en samenwerken in organisatienetwerken. In een zoom-gesprek met deze aimabele deskundige komen verschillende facetten van samenwerkende organisaties aan de orde.

Het tekort aan onderwijspersoneel is niet het soort probleem dat een school alleen kan oplossen. Welke organisatievorm past daar het beste bij?

‘Als de markt het niet kan oplossen en ook wetten en regels niet helpen, dan zoek je naar andere manieren om het aan te pakken. Je kunt dat in een aantal varianten doen. Bijvoorbeeld met een soort ‘shared service-constructie’, een samenwerking tussen scholen om elkaars onder- en overcapaciteit aan personeel (leraren, schoolleiders of andere functies) benutten: je zet ze in waar het nodig is.

Scholen, opleidingsinstellingen en andere organisaties, zoals gemeenten of woningcorporaties, kunnen zich ook verbinden in een organisatienetwerk om samen meer onderwijspersoneel aan te trekken, of leraren via meerdere routes op te leiden. Dat kan effectief zijn en je kunt er iets mee winnen.’

Maar levert dat ook meer personeel op?

‘Het personeelstekort in het onderwijs is een complex probleem waar verschillende partijen bij betrokken zijn die onderling van elkaar afhankelijk zijn. Het kan bijvoorbeeld om een leraar gaan die niet in een bepaalde stad wil werken omdat er geen betaalbare woning te vinden is. Of een schoolleider die niet wil verhuizen omdat zijn kind gebruik maakt van zorg in de buurt. Er is ook werkdruk die ervoor zorgt dat leraren een ander beroep kiezen. Of studenten aan de pabo’s die hun studie niet afmaken.’

Wat zou een oplossing zijn?

‘De ene kant is: kun je het onderwijs zo veranderen dat er bijvoorbeeld minder leraren nodig zijn en er toch goed onderwijs is? Denk aan een vierdaagse schoolweek, of andere didactiek. De andere kant is het aantal leerkrachten (en ander onderwijspersoneel) substantieel te vergroten. Als je onderzocht hebt welk aspect je daarin wilt aanpakken – zoals een beter salaris, minder werkdruk, minder studie-uitval op de pabo, betere begeleiding van startende leraren, noem maar op – dan zijn er zaken die je niet in je eentje kunt oplossen. Daar zijn andere organisaties voor nodig; organisaties die wederzijds van elkaar afhankelijk zijn, zoals een woningcorporatie, gemeente of de pabo’s. Hoe je die samenwerking vormgeeft is een strategische keuze. Mijn idee is dat een organisatienetwerk een oplossing kan bieden voor complexe maatschappelijke problemen. Maar allez, dat is niet eenvoudig hè.’

Patrick Kenis, hoogleraar public governance en directielid van het Tilburg Institute of Governance, doet onderzoek naar organisatienetwerken. Hij is (samen met Bart Cambré) auteur van het boek Organisatienetwerken, De organisatievorm van de toekomst. Kenis geeft regelmatig presentaties over zijn werk. Vooral voor complexe problemen in het sociale domein kunnen organisatienetwerken oplossingen bieden, is zijn idee. Als organisaties goed willen samenwerken, moeten onderstaande basispunten duidelijk zijn.

Hoe organiseer je zo’n netwerk, welke governance-aspecten komen erbij kijken?

‘Het begint met het gevoel van urgentie en commitment. De deelnemers moeten er bewust voor kiezen. Het is een strategische keuze die consequenties heeft. Want als organisatie verlies je ook wat van je autonomie. Je moet nadenken over de aansturing en communicatie. De essentie is dat een web van partners hun eigen specialisme combineren met die van anderen. Kijkend naar het onderwijs: als je weet waarom er te weinig onderwijspersoneel is, kun je daar de oplossingen zoeken. Gaat het om loopbaanperspectieven, vervoer, of nieuwe doelgroepen aanboren? Wat kan het belang zijn van een woningcorporatie, een vervoersmaatschappij of een maatschappelijke vereniging om mee te werken?

Juist als je diverse deelnemers hebt in het netwerk, kun je verrassende oplossingen vinden. Ik vergelijk het graag met het maken van een mayonaise waarin afzonderlijke ingrediënten bij elkaar samen iets lekkers opleveren. Je hebt er mensen voor nodig die zowel naar binnen als naar buiten zijn gericht en die dwarsverbanden kunnen leggen. En je moet ook soms buiten de gebaande paden durven denken.

Wat de aansturing betreft, je kunt bijvoorbeeld een kwartiermaker aanstellen. Maar het is de bedoeling dat het netwerk zelf aan de slag gaat om oplossingen te zoeken. Bijvoorbeeld als iemand niet happy is in het werk, kun je kijken of hij op een andere school wel fijn kan werken. Is een bepaalde bevolkingsgroep ondervertegenwoordigd in het lerarenberoep en is er potentieel in die groep? Maak contact met hun verenigingen of verbanden, betrek ze bij je netwerk.’

Welke boodschap heb je voor schoolbesturen die in regionale verbanden het personeelstekort aanpakken?

‘Ik denk dat ze zich moeten afvragen of ze het samen kunnen oplossen, of dat er andere organisaties nodig zijn.  Als ze met andere organisaties het probleem willen aanpakken kunnen ze ervoor kiezen een organisatienetwerk vormen. Let wel, het is een samenwerkingsvorm die vanzelf maatschappelijke problemen oplost door ervoor te kiezen. Als je de keuze hebt gemaakt begint het echte werk pas. Dat biedt ook kansen om maatwerk te leveren. Luister goed naar die leraar die wil vertrekken: wat kun je vanuit je netwerk doen om hem te behouden. Gaat het om de huisvesting, of om werkdruk? De oplossing voor de een kan ook de ander weer helpen. En we weten er nog niet alles van. Over aspecten van sturing en het toezicht bij deze vorm van samenwerken is nog veel te onderzoeken.’

Verkenning Samenwerkingsverbanden in de regio

Het Arbeidsmarktplatform PO, Voion en SOM – de arbeidsmarktfondsen voor het po, vo en mbo – hebben vorig jaar een verkenning uitgevoerd naar samenwerkingsverbanden in de regio. Ze hebben onderzocht hoe de RAP-regio’s bij de aanpak van het personeelstekort samenwerken met andere samenwerkingsverbanden in de regio. Daarbij is met name gekeken naar de partnerschappen Samen Opleiden & Professionaliseren (SO&P) en regio’s van Sterk Techniekonderwijs (STO). Aanbevelingen voor intensieve samenwerking om de personeelstekorten aan te pakken zijn:

  • Zoek elkaar als RAP-regio’s, Partnerschappen SO&P en STO in ieder geval op en deel kennis en expertise;
  • Ga in gesprek over een gezamenlijke agenda;
  • Benut als RAP-regio de innovatiekracht van samenwerking met de SO&P en STO in de regio bij het ontwikkelen van nieuwe onderwijsroutes en andere onderwijsvernieuwingen;
  • Begin klein en concreet en bouw de onderlinge samenwerking zo geleidelijk uit;
  • Zoek contact met bedrijfsleven en UWV. Kies daarbij het juiste niveau voor de samenwerking.


Lees meer in de Verkenning Samenwerkingsverbanden in de regio.